Tweede
Paasdag
Op
tweede paasdag ging ik een stukje wandelen in het Zuiderpark. Na een
poosje gelopen te hebben wilde ik even gaan zitten op een bankje.
Er zat een vrouw met een zonnebril op, een spijkerpak en van die
Socuteraschoenen (noem ik dat altijd) van die schoenen met gaten er
in.
Ze
had van dat stijle plakkerige haar, ze zag er erg onverzorgd uit.
'Mag
ik naast u zitten mevrouw?' ,vroeg ik.
'Je
gaat je gang maar', zei ze.
'Lekker
weertje hé?', zei ik, om een gesprek te beginnen.
'Vin
der geen flikker an'
'O,
het zonnetje schijnt toch en u zit er toch van te genieten?'
'Ja,
maar ik zit in een dip, me vent is vreemp gewees en nou zit ik met
tikker an me reet'.
'Een
tikker?',vroeg ik.
'Ja
Gondereu, dat weet je toch wel, wat dat is?'
'Oja,
Gonnoroe, bedoelt u?.
'Ja
't zal wel, 't jeuk as de pes. 'Mooie Paas heb ik, ik had liever een
gekleurd eitje op de tafel in plaas van een klutsei in me onderbou.
'Ja
dat geloof ik graag mevrouw', zei ik.
'Kijk
die kindere nou es lekkah spele, die wete lekkah nog nerges van'.
'Op
die leeftijd geloofde ik nog in Sinterklaas, ik kreeg een pop met
zo'n houte kop, daar sloeg ik me broer zowat een schedelbaars mee,
toen die me een keer ant peste was. 'k heb em nog stees, die pop'.
'Hijb nou een splinterkop', 'misschien wel leuk voor een
splintergroep'.
'T
liefs zou ik me vent er ze herchses mee in slaan, wat een klootviool
zeg'.
'Ik
zit nou met een sluiproute in me kruis', zei ze.
'Heeft
ie er nog spijt van'?, vroeg ik.
'Spijt
van'?, welnee, hij gaat bijder wone, twintig jaar getrouwd, net de
kindere uit de zeik en nou gaatie pleite'
'Ik
hoop dat ze pik der af valt en dat ie tegen 't behang klimp van
allende en dattie karemelk zeik van benauwdheid'.
'Nou
mevrouwtje het zit u wel hoog hé?', vroeg ik.
'Hoog'?,
welnee het zit juis laag en ik krijg een hele puntmuts lekkah dat is
mijn Pase',
'Maar
hij heb toverballe, want ze krijge alle kleure van de regenboog', net
goed, nee dan'?
'Ik
kan daar natuurlijk geen oordeel over vellen, want dan zeg ik
misschien iets verkeerd', zei ik .
'O
ja ik hoor 't al, jij neemp 't op voor een vent natuurlijk', 'krijg
't schompes, zei ze op boze toon.
'Ik
wens je een prettige Pase met veel gekleurde eiere, daág eikel'. En
ze sjokte weg, hoofdschuddend.
Ik
keek haar na totdat ze achter een bosje verdween, ik had toch wel met
haar te doen.
Ze
verdiende een mooiere Pasen.
Geschreven door Robert Magna
Geen opmerkingen:
Een reactie posten